in een mal van glas mijn lichaam
je kijkt maar
wie ben ik
teleurstelling
in mezelf de angst
om te
vallen
een arm een been
twee ogen een mond de rode
pen door mijn letters net niet
zwevende
woorden een schilderij ben ik
de schets van mijn vader
mijn moeder ik ben moe
wil slapen maar stel uit
hoe licht het licht is
donker het donker
kijk uit het raam wacht tot de wereld
open
gaat de bel mijn fiets muziek in mijn oren
de dood de donder doe auditie voor
grotere werelden kleinere huizen
wachtkamer vol boeken zwaar
de cijfers mijn lijf de moeizame weg
net niet de zon net niet de doodlopende
weg
de stad de oude wijze
hoge gebouwen altijd verbonden met de diepte
met haar hand het papiertje kreukelt
bij elke klank meer mag ik mee
dus laat ik los al is het laat
kom terug jij
de zon ik de maan
maar vertel me niet te veel
de poort is dicht
gister vingen we een vos
nu staan we hier
in de ruimte
- Dietske Geerlings met leerlingen uit de bovenbouw
In de Boekenweek heeft Dietske Geerlings in verschillende sessies en samenstellingen leerlingen uit de bovenbouw gevraagd om mee te schrijven aan een stadsgedicht. Ze deelden gedachten, woorden, regels, soms zelfs hele gedichten, en gaven haar de vrijheid hun schrijfsels open te breken en stukjes ervan met elkaar te verbinden tot een gezamenlijk taalbouwsel. Zij heeft de leerlingen persoonlijk gevraagd onder welke naam zij hier genoemd wilden worden: anoniempje xx 0313, Anoniempje-xx-0575/033, Amy, Carmen Pors, Ekrem, Eveline de Wit, Fiene, Frederiek, Hadewych, Ilse, Jade, Jippie, Jonah, Pepijn van der Velde, Philein van Outheusden, Renate, Ruth, Rosa, Sarah, Silje, Siska Nijhof, Steijn, Thijmen Keuken, Tim. Dank aan hen allemaal, maar ook aan wie niet genoemd wilden worden en wie stilte en wit tussen de regels hebben gebracht.
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief!
"*" geeft vereiste velden aan