VANDAAG

13 mei (2025)

Taalbouwsel

in een mal van glas mijn lichaam
je kijkt maar

wie ben ik

teleurstelling
in mezelf de angst
om te

vallen

een arm een been
twee ogen een mond de rode
pen door mijn letters net niet

zwevende

woorden een schilderij ben ik
de schets van mijn vader

mijn moeder ik ben moe
wil slapen maar stel uit
hoe licht het licht is
donker het donker
kijk uit het raam wacht tot de wereld

open

gaat de bel mijn fiets muziek in mijn oren
de dood de donder doe auditie voor
grotere werelden kleinere huizen
wachtkamer vol boeken zwaar
de cijfers mijn lijf de moeizame weg
net niet de zon net niet de doodlopende

weg

de stad de oude wijze

hoge gebouwen altijd verbonden met de diepte
met haar hand het papiertje kreukelt
bij elke klank meer mag ik mee
dus laat ik los al is het laat

kom terug jij

de zon ik de maan
maar vertel me niet te veel
de poort is dicht
gister vingen we een vos
nu staan we hier

in de ruimte

- Dietske Geerlings met leerlingen uit de bovenbouw

In de Boekenweek heeft Dietske Geerlings in verschillende sessies en samenstellingen leerlingen uit de bovenbouw gevraagd om mee te schrijven aan een stadsgedicht. Ze deelden gedachten, woorden, regels, soms zelfs hele gedichten, en gaven haar de vrijheid hun schrijfsels open te breken en stukjes ervan met elkaar te verbinden tot een gezamenlijk taalbouwsel. Zij heeft de leerlingen persoonlijk gevraagd onder welke naam zij hier genoemd wilden worden: anoniempje xx 0313, Anoniempje-xx-0575/033, Amy, Carmen Pors, Ekrem, Eveline de Wit, Fiene, Frederiek, Hadewych, Ilse, Jade, Jippie, Jonah, Pepijn van der Velde, Philein van Outheusden, Renate, Ruth, Rosa, Sarah, Silje, Siska Nijhof, Steijn, Thijmen Keuken, Tim. Dank aan hen allemaal, maar ook aan wie niet genoemd wilden worden en wie stilte en wit tussen de regels hebben gebracht.

Terug naar alle gedichten

Nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief!

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

×