De herfst is neergedaald op Zutphen, mijn voeten
vegen door het verkruimeld blad de keien vrij.
Niets gaat verloren bewees het museumbezoek
met gevulde zalen schoonheid en historie.
Toch sombert het in mijn gemoed;
omgekeerde vlaggen, opstand, dreigend oorlogsgevaar.
Walburgis werpt haar schaduw over het plein
en brengt mij terug naar het aangrijpend schouwspel
van geloof en macht, geweld en strijd om stadsbehoud.
Bevinden we ons in de echo van het rampjaar?
Gekef wekt me uit mijn zorgelijk gepeins,
verschrikt zie ik een fiere staart en springende vlechtjes.
Vier olijke ogen zijn gericht op mij, in een glimp
herinnering herken ik het vioolmeisje van de voorstelling.
Zigzaggend door nauwe straatjes vervolg ik mijn ronde
naar de Zaadmarkt die vol staat met kramen
beschut door statige panden, een eeuwenoud verbond
tussen voorname rijkdom en volkse veerkracht.
Borro’s geest doolt nog boven de poort van Het Bornhof;
een stoffig verleden of is armoe het doembeeld van het heden?
Al dwalend beland ik op de kade en staar samen
met Ida stroomafwaarts naar het tijdloze spel van wind
en wolkenlucht, het onomkeerbare vlieden van het water.
Plots vallen vlekjes licht op dansende vlechtjes,
terwijl het hondje mij wederom met geblaf begroet,
huppelt het meisje onbevangen haar toekomst tegemoet.
- Bertje van Delden
Bertje van Delden is docent Nederlands geweest en werkt nu nog als beeldend kunstenaar en dichter. Haar atelier ‘Het Groene Paard’ is te vinden in Warnsveld. In 2018 verscheen haar eerste dichtbundel Onbestendig.
Het uitgangspunt voor dit stadsgedicht was het bekende Zutphen-gedicht Dolen en Dromen (1980) van Ida Gerhardt.
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief!
"*" geeft vereiste velden aan