Da’s tegen de wind

Da’s van belang, dat het verder gaat,
Dat je samen over alles praat
En ieder in z’n waarde laat.
Toch deed het hem de das om,
De das.
Hij wordt niet gevangen
En niet opgehangen.
Maar na afwegen van belangen
Krijgt hij de wind van voren,
Door drie molens op een toren.
Hij zou wel willen
Gillen
Over het trillen van de grond.
Dat zou gebeuren zodra er een molen stond.
Daarvan wordt je horendol
In je dassenhol.

Maar wie zou het wagen
Tegen vooruitgang te klagen?
Wie heeft de energie en vecht tegen drie
Molens van sympathie?
Want stroom uit de wind
Wil toch ieder kind,
Dat net als Greta vindt,
Dat tijden eindig zijn?
Verandering doet pijn!

En we gaan al af van het gas,
Voor de das,
In het algemeen voor de natuur,
Daarvoor gaan we door ’t vuur.
Maar wel stroom ieder uur,
Waarmee we ons leven vullen.
En da’s pas smullen.
Waarom zou het met minder?
Het geeft toch geen hinder
Met stroom uit de buurt?

Zo weegt het belang van de das niet zo zwaar,
En daarmee klaar.
Da’s best raar!

- Wolfram Reisiger