Het is de maand van de Thriller Weken. En daarmee bedoel ik niet eens de kabinetsformatie of de presentatie van Schoof als nieuwe minister-president. Nee, boeken. Ik moet bekennen dat ik thrillers niet lees, maar wel ervaring heb met dit fenomeen door films. Vooral in mijn jeugd was het kijken naar thrillers onontkoombaar. De Duitse televisie beleefde er plezier aan om de trouwe kijkers desolaat en bang achter te laten in talloze tot plaats van delict omgetoverde woonkamers. Als prepuber durfde ik de trap niet meer op naar mijn zolderkamer na het kijken van een film uit dit genre. Ik was ervan overtuigd dat handen mijn voeten zouden pakken tussen de treden door.
Dat is al lang verleden tijd. De films zaten vaak goed in elkaar. Ik heb ook diep respect voor de kunde waarmee een schrijver of een regisseur de ‘thrill’ weet te veroorzaken. Dat is niet niks.
Ik vroeg mij weleens af welk sadisme ten gronde lag aan de creatie. Zelf was ik meer van de happy-endfilms en -boeken. De ellende van de oorlog en de naweeën ervan waren alom present. Waarom meer ellende opzoeken wetende dat verhalen ook goed kunnen verlopen? Zelfs het leven zal uiteindelijk gelukkig eindigen. Zo was, geconditioneerd door talloze zoete films, mijn overtuiging.
Je hoeft geen boek te kopen om een thriller te beleven. Slechts het om zich heen kijken in de wereld van nu zonder roze bril veroorzaakt al gauw sidderingen. Ik moet denken aan een boek dat mijn vrouw leest: In verwarde staat van Karlijn Roex. De schrijfster is zelf verward persoon, omdat ze angststoornissen heeft en daardoor in het openbaar tot eigenaardige reacties in staat is. Haar enige gedachte kan dan zijn: Ik moet nu naar huis om thee te drinken. Deze gedachte gaat gepaard met schreeuwen, waardoor de buitenwereld ingrijpt en haar tegen haar wil opsluit. Voor eigen bestwil zogenaamd en om de maatschappij te beschermen. Dit lijkt op het beeld van de Damschreeuwer die duizend mensen op de Dam en miljoenen aan de buis gekluisterden de stuipen op het lijf joeg door in de stilte van de herdenking te schreeuwen. Maar wie is eigenlijk verward? Dat vraagt Karlijn Roex zich af en ik mede. Nu wij allemaal zo bekend zijn met thrillers zouden we de enkele schreeuwer toch met gemak aankunnen. Maar nee hoor, opsluiten want niet normaal. Net als in een thriller verbergt het normale kwaad zich vaak achter oprechte bedoelingen. De dramatische ironie, die een stijlkenmerk is van thrillers. De lezer of kijker weet al meer dan de hoofdfiguur. Hij zou hem toe willen schreeuwen in welk gevaar hij zich bevindt. De schreeuw van het lam.
Wolfram Reisiger
Schrijf u in voor onze nieuwsbrief!
"*" geeft vereiste velden aan