VANDAAG

25 april (2024)

Schooldichter

Naomi Montroos (1985) debuteerde in 2020 met de tweetalige dichtbundel (Nederlands en Papiaments) Regenboom – Palu di áwaseru bij Uitgeverij Anderszins. Ze is schooldichter voor een periode van twee jaar waarin ze hoopt alle basisscholen in Zutphen te kunnen bezoeken. De schooldichter kan geboekt worden via de Muzehof. In Contact Zutphen-Warnsveld d.d. 3 augustus 2022 doet ze verslag van haar ervaringen in het eerste jaar.

Schooldichter 

Het is zomervakantie en mijn eerste jaar als schooldichter zit er alweer op. In maart bezocht ik een basisschool in Almen. Eén van mijn zelfgeschreven gedichten kwam aan de orde, muziek kwam aan de orde en een applaus. Aan het einde van de les had elk kind een gedicht geschreven. Twee meisjes hadden samen een gedicht gemaakt met de titel: ‘Lovesick’. De eerste versregels luidden als volgt: Liefde is een leugen. Je hebt mijn hart gebroken… Er zat veel ritme in het gedicht en de meisjes lazen enkele versregels gelijktijdig voor, waardoor het als rap klonk, als ‘spoken word artiesten’ in spé. De klas luisterde zeer aandachtig.

Sommige kinderen wisten al wat poëzie was en anderen hadden nog geen idee wat je er allemaal mee kon. Toen ik vroeg waar poëzie te vinden was kreeg ik antwoorden als: de liefde, marktkooplui, muurpoëzie, theater, rap, de computer en in de bibliotheek.

We deden verschillende klassikale taalspelletjes. Er verscheen een grijns van oor tot oor bij degene die het antwoord wist. En als iemand het antwoord niet wist, dan was er altijd wel een klasgenootje, dat stiekem meehielp. De woordenschat van groep 8 was erg groot, aan de andere kant lieten de lagere klassen hun fantasie meer spreken.

Tijdens het creatieve proces van schrijven vlogen de woorden door het klaslokaal en op papier. Ik zag de aanwezige leerling, het verlegen kind, het niet verlegen kind, het drukke kind, het fantasierijke kind en ook de behulpzame leerling. En als laatste de dankbare leerlingen, omdat ze het leuk vonden dat een kunstdocent de school bezocht.

Bij één van mijn laatste bezoeken aan de basisscholen in Zutphen was het thema ‘sport.’ Ook in deze klas waren er prachtige gedichten te lezen, vergezeld met kleine tekeningen.

Het eerste gedicht is van een jongen uit groep 7 in Zutphen:

Ik speel voetbal tegen spiderman
Het is moeilijk maar ik scoor
Dan begint hij met spinnen te gooien
Ik ren weg omdat ze spijkers hebben
Nu speel ik nooit meer tegen spiderman

Het tweede gedicht is van een meisje uit dezelfde klas:

                             Korfbal

korfbal is soms spannend maar soms
ook niet korfbal is een leuke
sport want ik geniet je hebt
wel speciale schoenen nodig
die zijn niet zo duur zoals
je nu ziet wel een beetje
duur maar dat is niet
erg want jij vindt het
leuk wedstrijden spelen
is leuk want als je wint
lig je in een deuk want
de tegenstander vindt
het niet leuk

Het was telkens een verrassing wat de leerlingen tijdens de les hadden opgepikt. Ik heb het woord ‘beeldspraak’ nooit genoemd, het kwam vanzelf tevoorschijn. Dat noem ik kunst. Na afloop van de lessen vroegen ze: ‘Juf, kom je nog een keer terug?’ En: ‘Wat mogen we met onze gedichten doen?’
‘Nou, ik zou zeggen, je mag je gedicht thuis ophangen, of aan je (groot)ouders geven. Je kunt natuurlijk ook meedoen aan de landelijke dichtwedstrijd voor basisschoolkinderen.’

Naomi Montroos

Nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief!

"*" geeft vereiste velden aan

Naam*

×